Familie Talen: van hobby naar professionele schapenhouderij

In Staphorst houden Arjan Talen (32), zijn ouders en zijn broer Hendrik in maatschap 360 ooien en 75 vleesstieren op 35 hectare land waarvan ruim 20 hectare eigendom. Eigenlijk is de schapenhouderij een uit de hand gelopen hobby, naast al het andere werk.

Schaap met vijf poten. Zo zou je de familie Talen kunnen noemen. Wat begon als een hobby groeide uit tot een professionele schapenhouderij, naast hun andere werk. Arjan verhuurt zich als zzp-monteur aan mechanisatiebedrijven maar is vooral de schapenman. Zijn broer Hendrik doet naast een volledige baan als accountant de administratie voor het bedrijf. Zijn vader is zzp-er in de bouw en helpt dagelijks in de stallen. Ook zijn echtgenote Corine helpt naast haar baan buitenshuis mee in de schapenstal.

 

Afwisseling

Arjan trekt vooral de afwisseling die schapen bieden. “Met schapen is er altijd wel wat: goed of slecht. Ik vind het een uitdaging om zoveel mogelijk lammeren te krijgen, groot te brengen en af te leveren. Het aflammeren werk je het hele jaar naartoe. Als ik door de stal loop kan ik genieten van een ooi met mooie lammeren en lammeren die dartelen door het hok of boven op de ooi staan. Maar het moet wel geld opbrengen.” 


Meer gespreid aflammeren

De huidige Swifter-ooien worden gedekt door Charollais-rammen. Ze lammeren af van februari tot april. De lammeren worden van april tot juli afgeleverd op een leeftijd van ongeveer drie maanden. Ramlammeren wegen dan levend ongeveer 42 kilogram en ooilammeren ongeveer 40 kilogram. De slachtrijpe lammeren gaan naar een vaste handelaar, meestal 30 tot 40 lammeren per keer.

Om meer gespreid over het jaar lammeren te kunnen afleveren wil Arjan de Swifter-ooien vervangen door Flevolanders en Poll Dorsets. Die vertonen het gehele jaar bronst. Er zijn al ooien voor aangekocht. Arjan wil ze drie keer per twee jaar laten aflammeren.

Extra oog

Sinds twee jaar levert AR alle krachtvoer en ook de kunstmest aan Talen. Omdat we meer begeleiding en advies wilden van een voerleverancier die kennis heeft van schapen kwamen we uit bij AgruniekRijnvallei. AR specialist schapenhouderij Vincent Leemreize bezoekt het bedrijf tijdens de aflammerperiode wekelijks, daarna elke zes weken. Hij berekent ook de rantsoenen en maakt het bemestingsplan. Volgens Vincent is dat de basis voor een goede kwaliteit ruwvoer.

De lammerperiode is de meest kritieke periode omdat de schapen dan de minste weerstand hebben. Zelf word je daar gemakkelijk blind voor. Vincent kijkt ook of de ooien in goede conditie zijn en of de lammeren goed groeien. Hij is voor ons een extra oog.
Arjan Talen

Gemengd voeren

De schapen krijgen ’s avonds ruwvoer met een voermengwagen. De ooien krijgen 80 procent voordroogkuil en 20 procent snijmais. Gespeende lammeren krijgen 50 procent voordroogkuil en 50 procent snijmais. Krachtvoer wordt met de hand verstrekt, omdat de hoeveelheid per hok verschilt. Lacterende ooien krijgen per dag maximaal een kilogram lactatiebrok, lammeren krijgen tot 18 kilogram levend gewicht onbeperkt opfoklammerbrok en daarna onbeperkt afmestbrok. Tot afleveren nemen ze ongeveer 50 kilogram brok op.


Dag en nacht bezig

Tijdens de lammerperiode is Arjan bijna de hele dag in de stal en ’s nachts maken hij en zijn vader afwisselend om de twee uur een controleronde. Buiten de lammerperiode vergen de schapen ’s morgens en ’s avonds elk ongeveer anderhalf uur werk voor onder andere voeren, instrooien, verhokken en controle, totaal ongeveer 30 uur per week.