Opa en kleinzoon runnen groeiend melkveebedrijf

In het plaatsje Stokkum, strak tegen de Duitse grens ligt boerderij De Wittenhorster waar Mans Wijnands (26) samen met zijn opa (86) boert. Een aantal jaar geleden zijn ze weer begonnen met koeien melken en sindsdien groeit het bedrijf nog steeds.

In 1963 is opa hier begonnen met boeren bij een oom van hem. Ze begonnen destijds met negen koeien, een paar zeugen, 3 ha grasland en 1 ha bouwland. De uitbreiding ging stapsgewijs: eerst met de zeugen en in 1977 werd de ligboxenstal gebouwd voor 35 koeien. Later zijn hier nog fokschapen en struisvogels bijgekomen. De struisvogels waren een idee van de zoon van opa (de oom van Mans). Struisvogels waren in de jaren ‘90 in opkomst; de bevruchte eieren werden verkocht en die waren toen veel geld waard (zo’n 100 euro per ei!).

Beheersgrond

Begin jaren ‘90 kreeg opa voor 10 ha gras- en bouwland een lichte beheersovereenkomst. Het doel daarvan was om verdwenen planten en dieren weer terug te krijgen. Tot 15 juli mocht hij hier dan niet bemesten en maaien. Ook mocht hij er geen mais verbouwen. Hiervoor kreeg hij destijds een vergoeding van 1.260 gulden per ha. Voor die tijd was het werken met beheersgrond best wel revolutionair. Voor de familie was het op dat moment de keuze om óf quotum bij te kopen óf hiermee te gaan werken. Omdat de stal al vol zat hebben ze voor beheersgrond gekozen.

Gestopt met melken

In 2004 is afscheid genomen van de koeien omdat opa geen opvolger had. Hij is gestopt met melken en ging verder met de opfok van jongvee voor derden. In 2014 zijn ze gestart met de opfok van jongvee voor zichzelf; hierdoor konden ze het jongvee uiteindelijk verkopen aan wie ze wilden.

Toch wel een opvolger?

En toen kwam ineens Mans in beeld, de kleinzoon van opa. Mans woont samen met zijn ouders op het bedrijf van opa en oma, die de ouders van zijn moeder zijn. Als klein jongetje wilde hij al boer worden en na schooltijd hielp hij dan ook altijd ijverig mee. Opa vond het leuk om al die tijd nog een beetje door te boeren met het jongvee: “Zo blijf je toch een beetje bezig”, aldus opa. Langzaam maar zeker hielp Mans steeds meer mee en begon hij het werk over te nemen van opa.

Het kalf dat nooit meer wegging

Opnieuw gaan melken begin in 2016 bij een (nog ongeboren) kalf waar CRV interesse in had. Maar wat een groot stierkalf had moeten zijn, bleek een klein vaarskalf te zijn dat 14 dagen te vroeg werd geboren. CRV haakte af, maar opa en Mans gaven de hoop nog niet op. Mans: “Het vaarskalf groeide goed, dus we hebben haar aangehouden.” Toen ze wat ouder was zag CRV toch potentie in dit pink. Ze werd gespoeld en er werden 11 embryo’s uitgehaald. Deze zijn ingezet op de beste pinken die ze hadden staan. Op die dag besloot Mans dat dit ooit zo kleine kalfje nooit meer weg zou gaan.

Eén koe is geen koe

Toen de koe tijdens de dracht steeds meer uier ontwikkelde besloot Mans te gaan melken met een minimelker. Hij zat destijds nog op school en werkte daarnaast nog bij wat veehouders in de buurt. Mans: “Eén koe is geen koe, dus kocht ik er op het werk nog een koe bij. Zo breidde de veestapel zich langzaam maar zeker uit. Ons fokdoel was mooie sterke ‘rode’ koeien fokken die weinig problemen geven.” Toen ook de eerste pinken begonnen te kalveren, werd de minimelker te klein en werd er een melkleiding in de stal gemaakt. Zo kon er met ketels tussen de koeien in de stal gemolken worden. Er werd een klein melktankje aangeschaft en deze melk werd aan huis verkocht aan buurtbewoners. Ondertussen is er een boerderijwinkeltje in de schuur bij gemaakt waar ze melk, eieren en zuivel van derden verkopen. Hierbij is alles op bestelling zodat je 0% derf hebt.

FrieslandCampina

Toen er met zes koeien te veel melk geproduceerd werd voor huisverkoop, moest er een drastisch besluit genomen worden: of de koeien eruit of de melk gaan leveren aan een fabriek. Mans trok de stoute schoenen aan en belde FrieslandCampina op. Gelukkig kon hij het lidmaatschap van opa overnemen. Het idee was om het eerste jaar een ton melk te leveren, maar dit werd ruimschoots gered. Zodoende moest er ook een grotere melktank aangeschaft worden.

Van het Songfestival naar de melkput

Ondertussen werd er nog steeds in de stal tussen de koeien gemolken. Op een avond waren ze met de hele familie naar het Songfestival aan het kijken. Maar wat moet je nou als boer op de bank, terwijl je buiten nog genoeg te doen hebt? Mans ging naar buiten en liep de werkplaats in; deze was gemaakt op de plek van de oude melkput. Na een paar rondjes te hebben gelopen, besloot hij de betonnen vloer met een grote hamer te lijf te gaan. Zo werd de eerste hand gelegd aan het openbreken en opnieuw opbouwen van de oude melkput. Opa kwam verbaasd kijken en verklaarde hem voor gek. “Het was me allemaal veel te gek om zomaar ineens weer te gaan melken in de put” vertelt hij. Maar Mans had het in zijn hoofd en dus ging het gebeuren. 

Fijne ervaring met AR

Elke keer werd er in gedeeltes jongvee verkocht en met dat geld weer melk en stalinrichting gekocht. Inmiddels staat er een 1x4 visgraat in de melkstal en ook opa helpt zo nu en dan met melken. Op dit moment hebben ze 23 koeien aan de melk en deze worden gevoerd van AR. Er is eigenlijk altijd van AR gevoerd, eerst bij de voorgangers van Agruniek, daarna bij Agruniek en ondertussen bij AR. Mans: “Ik vind AR een organisatie die heel goed bij ons past: coöperatief, scherp geprijsd, goed advies en je hebt alles onder één dak. Zowel voor voeradvies, begeleiding bij de KringloopWijzer als voor teeltadvies kun je bij ze terecht. En dat bevalt tot nu toe altijd super best.”

Droom groot, begin klein. Maar vooral: BEGIN!
Mans Wijnands

AR Plant

Toen Mans koeien ging melken was het ook tijd om zelf mais te gaan verbouwen. Mans kende Willine van Deuveren (voorlichter ruwvoerteelt) van het AR Jongerenevenement en vroeg haar om eens mee te kijken naar de maisteelt, omdat hij veel last had van ritnaalden. Hij kon goed uit de voeten met haar advies en nadat de teelt het eerste jaar goed gelukt was breidden de adviezen zich uit van mais naar gras naar kunstmest.

Verplicht rustgewas

In 2023 werd een verplicht rustgewas ineens een onderwerp. Mans: “Dan is de vraag wat gaan we doen? Toevallig moest er bij huis nog een stuk grasland gescheurd worden omdat de kwaliteit achteruit was gegaan. Daardoor kwam het perceel mais op afstand vrij om iets anders te telen. Ons eerste idee was gerst, maar waarom iets verbouwen waar je zelf niet zo veel mee kan? Voor de groeiende veestapel hadden we vooral gras nodig. Na overleg met Willine hebben we besloten een proef aan te leggen met Italiaans raaigras, Powerhybride en vanggras. Powerhybride is een mengsel van hybride Engels en Italiaans raaigras dat moet zorgen voor meer opbrengst en kwalitatief beter gras dan zuiver Italiaans raaigras.” 

Vanggras

Vanggras is een nieuw mengsel waarbij vlinderbloemigen, zoals klavers en wikke, aan het mengsel zijn toegevoegd voor stikstofbinding en variatie. Mans: “De opkomst was meteen heel goed, ook zagen we gelijk veel klavers in het vanggras en viel het op dat deze ook gelijk een stuk groener was.” In de lente is er 25 kuub rundveedrijfmest opgekomen en op 26 april is het gemaaid. “Op het oog stond alles heel best, maar met maaien viel dat de maaier er meer moeite mee had. Het rook allemaal lekker en verder zat er in het vanggras ook veel klaver.” Omdat ze benieuwd waren naar de voederwaarde haalde Mans drie boterhamzakjes uit de keuken en stopte die vervolgens gevuld met gras in de vriezer van zijn oma. Mans: “Zij riep vol verbazing: gras in m’n vriezer, het moet niet gekker worden!” Als we het in het vervolg nog een keer moeten doen, kiezen we zeker voor vanggras. Zonder kunstmest kun je dan nog een heel goed gewas oogsten en dat is toch ons streven: met weinig input een goede productie halen.”

Toekomstdromen

Tussen neus en lippen door zegt Mans dat de melkput eigenlijk alweer te klein is, terwijl opa er lachend bij zit. “Eerst maar eens dertig koeien aan de melk en dan kijken we verder.” Opa: “Och, ik loop er nog een beetje bij en spring af en toe bij. Op de trekker of in de melkput. Dat alles nog gangbaar is, is enorm mooi om te zien. En ik help graag een handje als het nodig is.”