Kruislingvaarzen maken enthousiaste student ook boer

Boer blijven is al niet gemakkelijk, boer worden nog moeilijker en voor iemand uit de stad nagenoeg onmogelijk. Toch lukte het Bas Kraneburg (24). De enthousiaste student huurt een stal en houdt 85 Belgisch Witblauwe kruislingvaarzen voor Premium Beef.

Al van jongs af aan wilde Bas Kraneburg boer worden. Maar woonachtig in de stad Oss met een vader die geen boer was leek die kans klein. Als alternatief viel de keuze op dierenarts worden, net als zijn vader. Na twee jaar verruilde hij die studie aan de Universiteit Antwerpen voor de studie veehouderij aan de HAS in Den Bosch. Inmiddels zit hij in het vierde jaar. Daarnaast werkte Bas al jarenlang bij een melkveehouder. De wens om boer te worden bleef en daarmee wilde hij niet wachten tot na zijn studie.

Keuze voor vleesvee

Hoewel hij inmiddels naast zijn studie ook als zzp’er werkte bij boeren met melkvee, vleesvee, geiten en varkens wilde hij zelf het liefst rundvee houden. Bas: “Melkkoeien houden of jongvee opfokken viel al gauw af vanwege de benodigde fosfaatrechten.” Via een vleesveehouder annex veehandelaar werd zijn interesse gewekt voor het houden van Belgisch Witblauwe kruislingvaarzen voor Premium Beef. Dat bracht hem op het idee om zelf een ligboxenstal te huren en daar kruislingvaarzen voor Premium Beef in te houden. In Maasbommel vond hij een lege openfront-ligboxenstal die hij kon huren. “In september 2021 heb ik de eerste 30 Belgisch Witblauwe kruislingkalveren, snijmais, graskuil en krachtvoer gekocht.” Inmiddels is de stal met 85 dieren vol en zijn de eerste vaarzen geslacht.

Afnamegarantie

Bas koopt de vaarzen op een leeftijd van drie maanden in koppels van 25 tot 30 stuks tegen de actuele marktprijs. Het streven is ze af te leveren bij een geslacht gewicht van 350 kilogram op een leeftijd van 18 maanden. “Ik heb een afnamegarantie van Premium Beef met een minimumprijs. Bij hogere marktprijzen betaalt Premium Beef me meer." Afhankelijk van het geslacht gewicht, de bevleesdheid en de vetbedekking krijgt hij een toeslag of aftrek. Een belangrijke eis is dat het rantsoen gras bevat.


Lange dagen

“Dankzij het werk dat ik naast mijn studie deed en doe kan ik het bedrijf zelf financieren”, geeft Bas aan. Daarnaast werk ik nu ook als bulkwagenchauffeur.” Zijn studie vergt 15 tot 20 uur per week, daarnaast werkt hij als zzp-er 40 tot 50 uur per week. “Het voeren van de vaarzen ’s morgens doe ik meestal tussen 5.00 en 6.00 uur.” Bas woont in Oss, met de auto via de pont een kwartiertje rijden van de stal. Als hij om 6.00 uur op de bulkwagen moet rijden gaat hij om 4.00 uur van huis om het vee te voeren omdat de pont dan nog niet vaart. “In de avond voer ik meestal tussen 20.00 en 21.00 uur, maar pas om 23.00 uur klaar zijn komt ook vaak voor.” Met het werk in zijn stal zijn werkweken van 70 tot 80 uur eerder regel dan uitzondering. “Ik doe mijn werk met plezier. Dit is wat ik graag wil.”

Voeren met kruiwagen

Bas voert met een kruiwagen ’s morgens kuilgras, ’s morgens en ’s avonds snijmais en ’s avonds met een schep en emmer krachtvoer: AR Vleesveebrok Groei Premium Beef en AR Vleesvee Structuurmix Afmest Premium Beef. ’s Avonds mengt hij het voer voor het voerhek met een riek. Omdat AR als adviseur betrokken is bij de Premium Beef-keten leek het Bas goed om het krachtvoer te betrekken van AR. “Toen ik AR belde had ik de volgende dag al een afspraak.” AR specialist vleesvee Harm van Hattem begeleidde Bas bij het opstarten van het bedrijf, maakte saldoberekeningen, adviseert hem over de aankoop van snijmais en kuilgras, mestafzet en dergelijke en berekent de rantsoenen. Bas: “Harm denkt mee. Hij zegt het als hij denkt dat iets beter kan en geeft tips. Daar heb ik veel aan.” Bas beschikt niet over land. Alle mest gaat na bemonstering via een loonwerker naar een naburig bedrijf. Daar betaalt hij voor.

Liever 50 dan 500 dieren

Met vleesvee een volledig inkomen verdienen is Bas zijn uiteindelijke doel. Daarvoor heeft hij meer dieren nodig. “Ik verdien mijn inkomen liever met 50 dan met 500 dieren maar zie niet hoe dat zou kunnen.” Over de vraag naar rundvlees maakt hij zich geen zorgen. Hij ziet eerder het aanbod krimpen omdat milieumaatregelen het moeilijker maken om vee te houden. Op deze locatie kan hij niet meer dieren houden. Daarom zoekt hij meer stalruimte, het liefst ten zuiden van de Maas, dichter bij Oss waar hij en zijn vriendin wonen, of eventueel een volledig bedrijf met woonruimte.