Economische akkerbouwer met hart voor natuur

In Heelsum runnen Johan en Ebertine Jurrius een boerderij, met als hoofdtak akkerbouw. De ligging op de hoge en droge Veluwe maakt het soms uitdagend om een goede opbrengst te behalen. Johan vertelt hoe hij met minimale middelen voor maximaal rendement gaat.

Johan en Ebertine namen het bedrijf rond 2006 over van Johans vader. Ze wonen hier met hun kinderen Sven (12), Liv (11), Ilva (8) en Vigo (3) en hun tijdelijke pleegkind Ruudje (2). Een druk gezinsleven dus, met daarnaast het akkerbouwbedrijf en de neventakken. Johan: “We hebben tien Galloway-runderen, een paardenstalling, een caravanstalling en een kleine zorgtak waarbij een zorgmedewerker één dag per week meehelpt op het bedrijf.” Johan en Ebertine werken daarnaast ook nog buitenshuis: Ebertine in het onderwijs en Johan in de wintermaanden als lekenrechter bij de pachtkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Celtic fields, kleine eeuwenoude akkers

Johan teelt op 67 ha de volgende gewassen: mais (28 ha), suikerbieten (12 ha), granen (12 ha), aardappelen (4 ha, proefvelden van de WUR) en natuurgras voor de Galloways (13 ha). Een gedeelte van zijn grond (7 ha) bestaat uit celtic fields, vertelt Johan: “Celtic fields zijn kleine eeuwenoude akkers. Omdat het cultureel erfgoed is, gelden hier speciale regels. Om de oude structuren te behouden mag er bijvoorbeeld niet diepgeploegd worden.”

Wij zitten hoog en droog

“Het grondwater bevindt zich hier op zo’n 15 à 20 meter diepte”, vervolgt Johan. “Dat maakt het een uitdaging om de gewassen het hele groeiseizoen gezond te houden. Bij het huisperceel kunnen we beregenen, maar door de ligging in het bos kan dat bij de celtic fields niet. Op de celtic fields kiezen we daarom voor de meer extensieve gewassen zoals granen en mais en bij huis de meer intensieve gewassen zoals suikerbieten en aardappelen.”

Spuitwerk doe ik zelf

Johan besteedt het bemesten en oogsten uit, maar het spuitwerk doet hij zelf: “Zo kan ik zelf bepalen wanneer en hoeveel er gespoten wordt. Ik ben hierin voorzichtiger dan loonwerkers. Dan spuit ik bijvoorbeeld een week later en met een lagere dosering. Dit is zowel uit financieel als uit milieuoogpunt gunstiger. Ik vind het niet erg als er ergens nog een onkruidje staat, zolang het niet ten koste gaat van het gewas. Zo probeer ik met minimale chemie het maximale resultaat te behalen. Het belangrijkste hierbij is dat de grond snel dicht is; het gewas bedekt dan de bodem waardoor onkruiden geen kans krijgen om te ontkiemen.”

Zo lang ze het gewas niet schaden, vind ik enkele onkruidjes geen probleem.
Johan Jurrius

Moeilijke start suikerbieten

Het groeiseizoen van 2023 was met name voor de bieten uitdagend, vertelt Johan. “Doordat de grond hier eerder opwarmt zaai ik de suikerbieten altijd zo’n vier weken eerder dan gemiddeld in Nederland. IRS (suikeronderzoek) heeft namelijk aangetoond dat eerder zaaien meer tonnen oplevert. In het vroege voorjaar was het echter erg nat. Hierdoor werkten de bodemherbiciden heel goed, maar de suikerbietenplantjes hadden hier ook last van. Omdat suikerbieten zo gevoelig zijn pas ik een lagedoseringensysteem toe met losse componenten (BOGT). Dan spuit je wekelijks met een lage dosering.” Het is nog wel goedgekomen met de bieten vertelt Johan, zowel door het spuitschema als door de weersomstandigheden: “In juni kregen we een zeer droge periode, maar de natte zomer heeft daarna alles goedgemaakt.”

Conviso-systeem proberen

Johan vervolgt: “In de bieten wordt het wel steeds moeilijker om onkruid te bestrijden, met name omdat er minder middelen zijn toegelaten. Volgend jaar ga ik het Conviso-systeem proberen. Hierbij werk je met een bietenras dat resistent is voor bodemherbiciden. Bovendien hoef je met dat middel maar twee keer te spuiten.” Ten opzichte van suikerbieten kunnen mais en granen wel een stootje hebben. “Toen de snijmais opkwam hadden we juist met een droge periode te maken en heb ik meer contactmiddelen ingezet. In juli ging het veel regenen en kwam er een grote kiemgolf van onkruiden, maar de mais groeide hard genoeg om de grond snel te bedekken.”

Agrarisch natuurbeheer

Johan is lid van het Agrarisch Natuur Collectief Veluwe. Johan: “De overheid wil natuur hebben, maar natuurbeherende organisaties zijn duur. Agrarisch natuurbeheer is goedkoper. In de praktijk betekent dit dat ik bloemenranden, grasstroken en een corridor heb aangelegd. Met de corridor wordt de zandhagedis aangetrokken. De bloemenranden en grasstroken zorgen voor een win-winsituatie: ik heb geen last van de schaduwwerking van de bomen en het is goed voor de natuur.”

Eén belletje en het is geregeld

Vanuit AR Plant wordt Johan begeleid door akkerbouwvoorlichter Raymond Heuvels. Johan: “Hij komt hier nu een jaar of zes à zeven. Het loopt goed; gewasbeschermingsmiddelen, kunstmest en zaaizaden bestel ik altijd via Raymond. Bij probleemonkruiden bel ik hem voor advies. Het is dan letterlijk één belletje en het is geregeld.” Johan zit in de sectorcommissie akkerbouw van AR en geeft aan dat hij graag zakendoet met een coöperatie. “Ik geloof heel erg in de kracht van de coöperatie. Samen bereik je meer dan alleen, ook bijvoorbeeld richting de supermarkten. Maar ook aan de inkoopzijde, bijvoorbeeld richting graanhandelaren, heb je een betere positie als je groter bent. Die marktmacht is belangrijk, zeker voor de toekomstbestendigheid van de agrarische sector.”