Biologisch boeren met hart en ziel

Ze zeggen wel eens ‘boer word je niet, boer bén je’. Die uitspraak is Koen van Schriek en Wendy Evers op het lijf geschreven. Deze biologische melkveehouders in Zeddam vertellen met veel enthousiasme over hun bedrijf en de keuzes die ze gemaakt hebben.

Tijdens het interview staat de nieuwe ronde potstal te blinken in het septemberzonnetje. Enkele dagen daarvoor mochten Koen en Wendy meer dan 1.000 belangstellenden verwelkomen op de open dag. Koen: “Het was een prachtige open dag met ’s avonds een feestje voor familie en vrienden.” De potstal leent zich daar nu nog prima voor, maar binnen enkele weken zal de automatische stroverdeler zorgen voor een laag stro en mogen de koeien erin.


Volledig weidegang

Het bedrijf van Koen en Wendy telt 120 koeien (Holstein ingekruist met Fleckvieh voor een wat robuustere koe), 60 stuks jongvee voor eigen opfok en ruim 100 hectare gras. Aan de weg staat een melktap. Wendy: “Deze vullen we elke dag en er wordt veel gebruik van gemaakt. Het is mooi om te zien dat mensen er blij van worden.” De koeien worden met twee melkrobots gemolken en de gehaltes liggen rond de 3,30% eiwit, 4,40% vet bij 7.200 liter per koe. Dit is het derde seizoen dat de koeien volledig weidegang krijgen. Koen: “Dit past zo goed bij ons. Drie jaar geleden is een kavelruil gerealiseerd. Door de aaneengesloten percelen kunnen de koeien 24 uur per dag buiten lopen. Pas in het najaar gaan de koeien weer naar binnen.”

De kunst van het weglaten

Sinds 2010 boeren Koen en Wendy biologisch. “We vragen ons iedere keer af: wat hebben we níet nodig? We proberen alles binnen de kringloop van het bedrijf te houden. De kalveren krijgen bijvoorbeeld geen poedermelk, maar eigen melk van de koe.” Het
antibioticagebruik is nu nihil. “En van dat ‘nihil’ wil ik af”, aldus Wendy. “We zetten veel kruiden en homeopathie in.” Het meest bijzondere voorbeeld dat Wendy geeft is het preventief behandelen van vaarzen die afkalven. “Tot een jaar geleden hadden de vaarzen veel last van tussenklauwontsteking. Dit was echt een bedrijfsprobleem aan het worden. Sinds ze preventief een bolus met knoflook en rozemarijn krijgen, hebben we geen enkel geval van tussenklauwontsteking meer gehad!” Koen vult aan: “Wendy is hier een beetje de ‘koeiengek’. Ze heeft al die cijfertjes en monitortjes- niet nodig. Als er iets aan de hand is, ziet ze het bij wijze van spreken aan de oren van de koe. De cijfers bevestigen het alleen maar.”

Voordelen van vaste mest

Koen vertelt hoe een kapot zeil uiteindelijk leidde tot de keuze voor vaste mest: “Eind 2019 ging ons mestbassin voor drijfmest kapot. Er was een zeil gescheurd en daardoor moesten we  onze mest acuut ergens ander kwijt. Onze eerste gedachte was ‘we moeten een nieuw zeil plaatsen’, maar dat was met tegenzin. We hadden nooit schik met injecteren en waren al enorm blij met de 'vrijstelling bovengronds uitrijden' van RVO. Gelukkig konden we die winter gebruikmaken van de mestopslag van een achterbuurman. Na dagen nadenken wisten we dat we voor vaste mest wilden gaan. Vaste mest heeft vooral veel voordelen voor het bodemleven en daarmee voor de structuur van de Uniek. “Veel vrijheid voor de koeien en de beste mest voor de bodem.” bodem. Maar bij de overstap van drijfmest naar vaste mest kwam wel een ander investeringsplaatje kijken.”

Nog meer denken

Wendy vervolgt: “We hebben de 1,5 jaar die volgde veel gebrainstormd en kwamen tot de conclusie dat een vrijloopstal in combinatie met vaste mest ideaal zou zijn. Veel vrijheid voor de koeien en de beste mest voor de bodem.” Dan volgt de vraag, hoe gaat dat eruitzien? Koen: “Ik had al vaker zo’n open ronde stal gezien en dat sprak me erg aan. We zijn met het gezin naar het noorden gereden waar ook al zo’n stal stond en zo werden we allemaal enthousiast. In 2022 hebben we de vergunning aangevraagd en begin 2023 konden we met de bouw beginnen. Ergens rond begin oktober gaan de koeien erin. De eerste twee maanden zullen ze in en uit kunnen lopen. In de wintermaanden gaan ze volledig op stal.”

Gras als basis

Eigen gras (weidegras, kuilgras, hooi) vormt de basis van het rantsoen. Koen: “We zijn zuinig op ons grasland. Sinds 2010 hebben we klaver- en kruidenrijk grasland. Dit vullen we aan met gerst, kruiden en wat bietenpulp.” Vanuit AR is Wim Krajenbrink de voerspecialist die op het bedrijf komt. “Hij spreekt ons erg aan. Hij staat achter de biologische bedrijfsvoering en zijn adviezen zijn duidelijk en simpel. Hij kijkt niet achter de komma: goed is goed. En zo werken wij ook graag.” Wendy beaamt dit: “Ik heb Wim nog nooit met een laptop gezien. Hij kijkt echt naar de koeien. Dat past ons goed.”