Op bedrijven waar de zeugen in groepen met voerstations gehouden worden is het vrij eenvoudig om er een (geïntegreerde) weegunit bij te plaatsen. Wanneer deze gekoppeld wordt aan de dataregistratie kunnen de gegevens wekelijks worden uitgelezen door RedVan Solutions. Zo kun je het gewicht van individuele zeugen volgen en de voergift hier direct op aanpassen. Deze koppelingen zijn momenteel actief op een aantal zeugenbedrijven met een Nedap-voercomputer. Op deze bedrijven zien we dat de resultaten met sprongen vooruitgaan.
Streefgewichten en voercurves
Diverse fokkerijorganisaties geven in hun manuals aan wat de streefgewichten en voercurves van de varkens zijn. Op basis van de manuals en van de continue praktijkmetingen is grafiek 1 gemaakt. Te zien is dat het ideale gewicht van de 1e worps-speen-zeug tussen de 180 en 200 kg ligt. Tachtig procent van de zeugen zou in deze gewichtsklasse moeten vallen. Uit de praktijkgegevens blijkt dit echter minder dan de helft te zijn. Dat wil zeggen dat meer dan de helft van de gespeende zeugen geen optimale conditie heeft. Zonder gericht bijsturen blijft de gehele zeugenstapel op een ondermaatse conditie steken waardoor de gewenste productie niet gerealiseerd wordt. De zeugen indelen op gewicht en de voercurve daarop aanpassen blijkt een goed instrument te zijn om de productieresultaten een boost te geven.
Hoe bereiken we het ideale gewicht?
Bij een normaal voerregime (327 EW in 110 dagen) groeit een zeug tijdens de dracht 65 kg. Hiervan is 25 kg big + placenta en 40 kg maternale groei. Een normaal gewichtsverlies tijdens de lactatie is 9% van het eigen lichaamsgewicht. Zeugen die tijdens de zoogperiode meer dan 9% afvallen, zullen hiervoor gecompenseerd moeten worden. Uit onderzoek van Schothorst Feed Research blijkt dat een zeug 1 EW nodig heeft om tijdens de dracht 1 kg aan te komen. Een zeug die tijdens de zoogperiode 18% van het eigen gewicht heeft verloren moeten we tijdens de dracht 20 kg extra laten groeien. Hier is 20 EW extra voor nodig. Om erachter te komen of de zeug daadwerkelijk 20 kg gaat groeien, zal deze regelmatig gewogen moeten worden. Een zeug die achterloopt qua conditie heeft vaak een slechtere voederconversie en komt daardoor minder makkelijk terug in de gewenste conditie. Kijk bij het samenstellen van de voercurve naar het EW-gehalte van het dragende zeugenvoer. Deze ligt vaak onder de 1.
Meer kwaliteitsbiggen
Uit de praktijkgegevens van de bedrijven die de zeugen dagelijks wegen met een geïntegreerde weegschaal in of direct na het voerstation en de voergift hierop bijstellen blijkt dat de technische resultaten sterk verbeteren. Naast meer en betere biggen neemt het uitvalspercentage van de zeugen flink af. Een uitval onder de 5% is goed haalbaar. Ook neemt de voerefficiëntie toe waardoor de totale hoeveelheid zeugenvoer per zeug per jaar kan dalen. Het resultaat: met minder kilogrammen voer meer biggen per zeug per jaar door het monitoren van gewichten. Hierbij moeten we de dragende gelten iet vergeten. Zij zijn immers de toekomst van het bedrijf en de basis voor een optimale conditie van de zeugenstapel.
Interesse?
Heb je vragen of wil je meer informatie ontvangen over het individueel wegen van zeugen? Neem contact op met een van onze specialisten.
