Vanaf 2021 wordt de fosfaattoestand bepaald met P-PAE- (ook wel P-CaCl2 genoemd) en P-Al-getallen. Deze gecombineerde fosfaatindicator vervangt het PAL-getal voor grasland en het Pw-getal voor bouwland. Oude verslagen met PAL of Pw blijven nog wel geldig. Heb je een verslag met de nieuwe én de oude getallen? Dan kies je zelf welke je gebruikt. De voorwaarden staan in de overgangsregeling. Doordat er verschillende data en voorwaarden gelden is het goed opletten om de gebruiksruimte optimaal te benutten.
Grondmonsters 2021
Voor de nieuwe bepaling van de fosfaatklasse in 2021 zijn de volgende grondmonsters geldig:
- Bemonsterd vanaf 16 mei 2016.
- Geanalyseerd uiterlijk 15 mei 2021.
- Standaard of gestratificeerd protocol.
- PAL en P-PAE geanalyseerd.
Grondmonsters die aan bovenstaande voorwaarden voldoen, kunnen voor alle fosfaatklassen worden gebruikt. Het is voor de fosfaatklasse ‘arm’ vanaf 2021 niet meer noodzakelijk om een gestratificeerd grondmonster te hebben. Hierdoor kan ook een standaardmonster dat voor 2021 is gestoken gebruikt worden om de fosfaattoestand ‘arm’ aan te tonen met PAL en P-PAE. Daarnaast is een aparte melding in de Gecombineerde opgave niet meer nodig.
Overgangsregeling: keuze per perceel
Voor grondmonsters die in 2020 of eerder zijn genomen, kan de fosfaatklasse ook worden bepaald op basis van de ‘oude’ bepaling (enkel PAL of Pw). Deze keuze kan per perceel worden gemaakt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de fosfaatklasse ‘arm’ en de ‘overige’ fosfaatklassen (laag, neutraal en ruim).
- Arm: bemonsterd vanaf 16 mei 2017, geanalyseerd uiterlijk 15 mei 2020, gestratificeerd protocol en de grond was in 2020 aangemeld als fosfaatarme grond.
- Laag-neutraal-ruim: bemonsterd vanaf 16 mei 2016 tot uiterlijk 31 december 2020; protocol mag standaard of gestratificeerd.
Op een bedrijf kan per perceel de keuze gemaakt worden of de fosfaatklasse op de nieuwe manier wordt bepaald of dat gebruikgemaakt wordt van de overgangsregeling.
Per topografisch perceel
De fosfaatklasse moet per topografisch perceel (het deel dat in gebruik is) worden bepaald. Bij meerdere grondmonsters per topografisch perceel betekent dit dat de bepaling van de fosfaatklasse op de ‘oude manier’ alleen kan, indien alle grondmonsters aan de voorwaarden van de overgangsregeling voldoen. Voor de bepaling van de fosfaatklasse op de nieuwe manier betekent het dat alle grondmonsters van het betreffende perceel PAL en P-PAE moeten bevatten. Soms is het hierdoor noodzakelijk om alle monsters te vervangen.
Meer weten?
Meer informatie staat op: rvo.nl. De adviseurs van AR Bedrijfsontwikkeling kunnen je ondersteunen bij de Gecombineerde Opgave en de optimale toepassing van nieuwe regels voor fosfaatdifferentiatie. Stuur daarvoor een mailtje naar info@ar-bedrijfsontwikkeling.nl en wij nemen contact met je op voor het maken van een afspraak.