1. Stel de machines juist in
Met het juist afstellen van de maaimachine, schudder en hark kun je al het eerste voordeel behalen. Als deze te diep staan afgesteld, wordt er te veel grond meegenomen en komt er meer ruw as in de kuil. In zand zit geen voeding voor koeien. Wanneer er meer zand in de kuil zit komen er ook meer verkeerde bacteriën in de kuil. Dat vergroot het risico op boterzuurvorming in de kuil.
2. Streef naar kort gehakseld gras
Kort gehakseld gras laat zich makkelijker verdelen en verdichten op de kuil. Hierdoor conserveert het beter. En het belangrijkste: kort gehakseld gras mengt makkelijker. Hiermee wordt de basis gelegd voor een homogeen rantsoen. Korter hakselen kost iets meer brandstof, maar dit wordt al gauw terugverdiend doordat een hakselaar veel efficiënter is in het verkleinen dan een voermengwagen (snijden) of een koe (herkauwen).
3. Zorg voor voldoende toevoer naar de kuil
Voldoende ruimte op het erf is belangrijk voor een vlotte aanvoer. Bovendien is het erg belangrijk dat er voldoende tijd zit tussen de vrachten om de kuil aan te rijden zodat deze goed verdicht is. Het kan zijn dat de aanvoercapaciteit erg hoog is, omdat de percelen bijvoorbeeld dicht bij huis liggen. Dan is het slim om te kijken naar opties als het rijden met twee shovels of om in twee silo’s te kuilen.
4. Zorg dat het gras niet té droog wordt
Het drogestofgehalte kent een optimum. Als het gras té droog wordt is het moeilijker aan te rijden en treden er sneller verliezen op door broei en schimmelvorming. Het optimum voor wat grover gras in de eerste snede is 35-40% droge stof. Bij fijner gras in de eerste snede is een drogestof-percentage van 40-45% wenselijk.
5. Inkuilmiddel voor betere ruwvoerbenutting
Voor een goede conservering van de graskuil kun je inkuilmiddelen toepassen. Welke je moet toepassen hangt van verschillende factoren af. Er zijn drie verschillende inkuilmiddelen. Zo zijn er middelen met melkzuurbacteriën. Deze zorgen voor een betere conservering. Daarnaast zijn er middelen met azijnzuurbacteriën die zorgen voor broeiremming in de kuil. Tot slot zijn er ook middelen beschikbaar met ‘double action’. Deze middelen bevatten melkzuur- en azijnzuurbacteriën.
6. Dek tijdig de kuil af en houd de 20-40-60-regel aan
Voor de conservering is het belangrijk dat de pH in de kuil snel daalt. Dit gaat het snelste als de temperatuur van de kuil lager is dan 25°C. Wat ook bijdraagt aan een snelle pH-daling is het tijdig afdekken van de kuil. Doe dit binnen een paar uur na de laatste aanvoer. Om te zorgen dat een kuil stabiel blijft bij uitkuilen, moet er voldoende azijnzuur worden gevormd. Houd daarom de 20-40-60-regel aan: streef naar 20 gram azijnzuur, 40% droge stof en 60 gram melkzuur. Dit is te bereiken met het juiste kuiltoevoegmiddel, zoals Ecocool of Pioneer 11A44.
7. Afdekken van de kuil
Ook het afdekken van de kuil verdient de nodige aandacht. Het is raadzaam om de kuil eerst af te dekken met een laag onderfolie en een laag Texaleen Alpha-landbouwfolie. Vervolgens komt het beschermzeil dat vastgelegd wordt met zandslurven. Voor extra druk kan er een laag zand aangebracht worden. Een dikke laag zand zorgt voor extra druk en een betere conservering van de kuil. Als er geen zand beschikbaar is of als de kuilen te groot zijn, kun je kiezen voor bedekking met gesneden vrachtwagenbanden.
Ervaring Richard de Bie
Onze klant Richard de Bie vertelt in onderstaande video over zijn ervaring met inkuilmiddelen voor een betere ruwvoerbenutting.