Tijdelijke fixatie blijft nodig
Arnold Groot Wassink, bedrijfsleider van Denkafarm Innovation Centre, erkent dat het los houden van zeugen vanaf het moment dat ze het kraamhok betreden tot aan het spenen aanvankelijk het uitgangspunt was bij de bouw van de vrijloopkraamhokken in 2016. "We hebben dit geprobeerd, maar het bleek geen succes. Het aantal doodliggers was significant hoger dan wanneer de zeugen tijdelijk worden gefixeerd rond het werpen," geeft hij toe.
Groot Wassink benadrukt dat het doel altijd is om zoveel mogelijk biggen groot te brengen. "We fixeren zeugen nu een aantal dagen rondom het werpen, wat resulteert in een speengewicht van gemiddeld 8,35 kilo en 33 biggen per zeug per jaar van 25 kilo grootbrengt." Toch droomt hij ervan om in de toekomst zeugen vrij te laten werpen, wat minder arbeidsintensief is en het welzijn van zowel de zeug als de medewerkers verhoogt.
Kostprijs stijgt bij vrijloopkraamhokken
Vrijloopkraamhokken verhogen de kostprijs per big aanzienlijk, volgens agrarisch adviseur André Klemans van ABAB. Uit berekeningen blijkt dat de kosten per big met 3 tot 8 euro stijgen, wat neerkomt op een kostprijsverhoging van 5 tot 12 procent. Nieuwbouw heeft hierbij de minste impact, maar er wordt ingeboet op het aantal zeugen. Interne verbouwingen van kraamstallen kunnen de efficiëntie van een bedrijf verder verlagen en hebben dan ook grotere economische gevolgen. Toch ziet Klemans ook kansen, zoals verbeterde dierprestaties, meer werkplezier, duurzamere zeugen en een betere diergezondheid. “De haalbaarheid van vrijloopkraamhokken is maatwerk en verschilt per bedrijfssituatie,” concludeert hij.
De kennisbijeenkomst werd afgesloten met een gezamenlijke barbecue.