Uitval in de kraamstal is een belangrijk en actueel onderwerp. Naarmate de toomgrootte toeneemt wordt het beperken van de uitval een steeds grotere uitdaging en een beproeving van uw vakmanschap. Een van de meest bepalende elementen voor uitval in de kraamstal is de biestvoorziening.
Een zeug produceert immers in de eerste 12 uur maar 3 à 4 liter biest wat verdeeld moet worden over alle biggen. Na de geboorte van de eerste big neemt na 6 uur de kwaliteit van de biest snel af. Heruit blijkt dat het belangrijk is dat alle biggen zo snel mogelijk genoeg biest binnenkrijgen. Er zijn verschillende manieren om dit te bewerkstelligen (denk aan split suckling of verschillende soorten overlegbeleid).
Om u een beter inzicht te geven hoe het met uw biestmanagement gesteld is, zijn er tegenwoordig bloedtesten die gedaan kunnen worden. Voor deze testen wordt bloed getapt die gecontroleerd wordt op IgG gehaltes. De uitslagen laten zien of de biestverdeling over de biggen goed was en of uw biestmanagement moet worden aangepast.
Voor meer informatie over de mogelijkheden van deze test kunt u contact opnemen met uw voorlichter of uw dierenarts.