De voerefficiëntie geeft aan hoeveel (meet)melk er geproduceerd wordt uit 1 kg droge stof voer (ruw- en krachtvoer). Voerefficiëntie is een belangrijk kengetal: de voerkosten beslaan immers 25 tot 35 procent van de kostprijs van melk. De voerefficiëntie varieert van 1,1 tot 1,8. Dit is afhankelijk van het lactatietijdstip en de leeftijd van de melkkoe. Zo hebben bijvoorbeeld oudmelkte dieren en vaarzen een lagere voerefficiëntie dan nieuwmelkte dieren en oudere dieren. Naast een uitgebalanceerd rantsoen is het belangrijk dat de tussenkalftijd niet te lang is. Ook is het van belang dat het vervangingspercentage laag blijft. De juiste voeding, een hoge koecomfort en doordachte fokkerij kunnen hieraan bijdragen. Een optimale voerefficiëntie ligt tussen de 1,4 en 1,6.