Gisteren (3 maart) heeft staatssecretaris Van Dam zijn plannen voor fosfaatrechten naar de Tweede Kamer gestuurd. Een wettelijke regeling is er nog niet. Na het debat in de Tweede Kamer kan de staatssecretaris aan het werk om de inhoud concreet te maken. In de kamerbrief worden veel achtergronden toegelicht.
Wat betekent dit op bedrijfsniveau?
Het aantal koeien en jongvee dat vanaf 2017 gehouden mag worden, wordt afhankelijk van de volgende zaken:
- Melkveestapel op peildatum 2 juli 2015
- Afromingspercentage 4-8%
- Compensatie bij latente plaatsingsruimte
- Knelgevallenregeling
- Aankoop / verkoop rechten
- Rechten uit fosfaatbank
- Vermindering excretie.
De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2017. De fosfaatrechten worden bepaald aan de hand van het aantal stuks melkvee (melkkoeien en jongvee) en de op de gemiddelde melkproductie per koe gebaseerde forfaitaire fosfaatexcretie per koe die volgt uit de meststoffenwet.
Afroming van rechten
De afroming van rechten zal minimaal 4 en maximaal 8% bedragen. Het minimum van 4% wordt nodig geacht om onder het landelijke fosfaatplafond te blijven. Extensieve, grondgebonden bedrijven zullen in enige mate worden gecompenseerd voor de afroming van rechten. Het betreft bedrijven die op basis van de melkveestapel op 2 juli 2015 en de Gecombineerde Opgave 2015 geen fosfaatoverschot hadden op het bedrijf en nog latente plaatsingsruimte voor mest hebben.
Knelgevallen
Voor de knelgevallenregeling noemt de staatssecretaris een ‘beperkte voorziening’ voor situaties waarin op de peildatum 2 juli 2015 minder melkvee werd gehouden door ziekte van de ondernemer, een dierziekte of bedrijven in de opstartfase die aantoonbaar onomkeerbare financieringsverplichtingen zijn aangegaan of een veebezetting hadden die hoofzakelijk uit jongvee bestond bedoeld voor melkproductie op het bedrijf.
Compensatie van de afgeroomde rechten
Door de generieke korting verliezen bedrijven fosfaatrechten. Dat kan worden gecompenseerd door fosfaatrechten aan te kopen of door het verhogen van fosfaatefficiëntie (Bex of KringloopWijzer). Bij overdracht worden rechten 10% afgeroomd. Deze afroming is eerst bedoeld om onder het landelijke fosfaatplafond te komen. Het meerdere komt in een fosfaatbank. Deze rechten worden beschikbaar gesteld aan bedrijven die aan bepaalde criteria voldoen. De toedeling van rechten is gebaseerd op forfaitaire excretie. Door het nemen van gerichte voermaatregelen kunnen ondernemers de gemiddelde fosfaatexcretie verlagen en zo ontwikkelruimte verdienen om binnen de fosfaatrechten meer melkvee te houden en meer melk te produceren zonder hiervoor extra fosfaatrechten aan te kopen.
Meer informatie
Uitgebreidere informatie staat in de kamerbrief. Vraag voor specifiek advies uw adviseur bedrijfsontwikkeling of bel Ko van Schaik, tel 06-55851253. U kunt ook een mailtje sturen naar info@ar-bedrijfsontwikkeling.nl en dan wij nemen contact met u op.