Het doel van de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) is om vergunningverlening voor landbouw, verkeer en industrie mogelijk te maken, met als voorwaarde dat de bescherming van de natuur is verzekerd. Heeft u rundvee, varkens, pluimvee, paarden, schapen, geiten of andere diersoorten met ammoniakemissie én wilt u knelpunten voorkomen met toeslagrechten, handhaving, financiering en beperking in ontwikkelingsmogelijkheden? Zorg dan dat u snel weet wat voor u belangrijk is om nu te ondernemen.
In het ontwerpprogramma van de PAS staan herstelmaatregelen beschreven (variërend van de toepassing van emissiearme stallen tot vernatting om natuur meer ruimte te geven). Daardoor ontstaat er ontwikkelingsruimte die bijvoorbeeld nodig is om een nieuwe stal te mogen bouwen. Niet elke veehouder heeft op dit moment de Nbwet-vergunning. Hoe daarbij het vergunde recht wordt bepaald en welke keuzemogelijkheden er zijn geven we hierna aan.
Wel of geen Nbwet-vergunning aanwezig
Situatie 1: Nbwet-vergunning is verleend, dan blijft dit het vergunde recht en vormt het de basis bij toekomstige ontwikkelingen.
Situatie 2: Nbwet-vergunning is niet verleend, dan vormt de feitelijke situatie (aanwezig aantal dieren in periode 2012 t/m 2014) de basis voor toekomstige uitbreiding, mits daarvoor toestemming bestond op grond van milieuwetgeving.
Daarbij zijn meerdere situaties mogelijk:
a) Bedrijf heeft milieurechten die nog dateren van voor de aanwijzing van Natura 2000 (1994, 2000 of 2004). Er is niets gewijzigd in de milieurechten. Bij een wijziging van het bedrijf is de basisreferentie de feitelijke situatie 2012-2014. Dat kan dus minder zijn dan er ooit vergund was.
b) Bedrijf is gewijzigd na aanwijzing Natura 2000 maar voor 1 februari 2009. In dit geval wordt voor de wijziging toestemming gevraagd aan het bevoegd gezag (meestal de provincie). Bedrijf doet een beroep op de ontwikkelingsruimte die nodig is ten opzichte van de feitelijke situatie 2012-2014 om vergunningsrechten alsnog te regelen.
c) Bedrijf is gewijzigd na 1 februari 2009. Hiervoor geldt hetzelfde als bij b, echter er kunnen maatwerkregels worden toegevoegd, bijvoorbeeld inperking van ontwikkelingsmogelijkheden in een bepaald tijdvak.
Nu aanvragen of wachten op de PAS
Bedrijven zonder Nbwet-vergunning kunnen ervoor kiezen om alsnog een Nbwet-vergunning aan te vragen op basis van regels die gelden voordat de PAS ingaat (waarschijnlijk medio 2015) of te wachten op de regels in de PAS. Kanttekening bij de regels in de PAS is dat deze nog kunnen wijzigen ten opzichte van het ontwerp, de juridische houdbaarheid (bezwaren milieugroepen op vergunningen die straks worden verleend) en eventueel maatwerk en aanvullende regels die kunnen gelden bij de interimuitbreiders (hiervoor groep 2b en 2c). Indien er bij de huidige regelgeving een vergunning wordt aangevraagd is dat in enkele gevallen mogelijk op basis van bestaande milieuvergunningen/meldingen, maar regelmatig is ook externe saldering nodig (aankoop van ammoniak). Het maken van de juiste keuzes hierin is echter maatwerk en soms vrij complex. De adviseurs van AR Bedrijfsontwikkeling kunnen u met tips en adviezen bijstaan en vergunningsaanvragen voor u opstellen. Klik hier voor de vergunningencheck.
Vergunningverlening bij de PAS
Projecten met meer dan 1 mol ammoniakdepositie worden vergunningsplichtig, projecten tussen 0,05 mol en 1 mol worden meldingsplichtig. Tot 0,05 mol worden bedrijven vrijgesteld van melding. Indien zich een situatie voordoet dat er te weinig ontwikkelingsruimte aanwezig is, dan kan een vergunning of melding worden geweigerd. Uitbreiding van veehouderij wordt dan geblokkeerd. Vooralsnog zou op alle natuurgebieden enige ontwikkelingsruimte zijn. Per gebied zijn er echter verschillen.
Het ontwerp van het PAS-programma ligt van sinds 10 januari ter inzage en tot en met 20 februari 2015 kunnen zienswijzen worden ingediend. Ook zijn er enkele informatieavonden, voor informatie klik dan hier. Heeft u concrete vragen, informeer dan bij de specialisten van AR Bedrijfsontwikkeling. Zij kunnen maatwerk verlenen bij het advies.