Na de invoering van de mestverwerkingsplicht en grondgebondenheid heeft staatsecretaris Dijksma vorige week fosfaatrechten voor de melkveehouderij aangekondigd. Dat maakt bedrijfsontwikkeling veel complexer. Bovendien roept deze aankondiging veel vragen op. Het referentiejaar voor fosfaatrechten wordt 2014, maar wat betekent dan de peildatum van 2 juli 2015 in de kamerbrief van Dijksma? Komt een bedrijf met investeringsverplichtingen of gedane investeringen in aanmerking voor een knelgevallenregeling? Komt er extra ruimte voor grondgebonden bedrijven? Wat gaan fosfaatrechten kosten? Wat is het effect van de gehele mestwetgeving voor de rentabiliteit van het bedrijf? Hieronder gaan we op enkele onderwerpen kort in.
Referentie voor fosfaatrechten
Om te kunnen voldoen aan de Europese nitraatrichtlijn en om derogatie te behouden is de melkveehouderij gebonden aan een fosfaatproductieplafond van 84,9 kg. Om dat te kunnen behalen wordt gestuurd met fosfaatrechten en fosfaatefficiëntie (kringloopwijzer). De fosfaatrechten zijn in beginsel gebaseerd op de forfaitaire productie van melkvee in 2014 (categorie 100, 101 en 102). Wijzigingen tussen 2014 en 2 juli 2015 kunnen worden meegenomen, maar de wijze waarop is niet duidelijk. Het systeem van fosfaatrechten lijkt geen oplossing te bieden voor bedrijven die hun stallen nog niet vol hebben. Deze bedrijven moeten voor deze latente ruimte rechten kopen.
Ontwikkelruimte door fosfaatefficiëntie
Het sectorplafond van 84,9 kg mag niet worden overschreden. Afroming van rechten is mogelijk en die kans lijkt aanwezig indien er veel fosfaatrechten aan knelgevallen worden toegekend. Bedrijven kunnen ook ontwikkelruimte verdienen met een hogere fosfaatefficiëntie. Met productieoptimalisatie bij zowel melkproductie als ruwvoerproductie, voerefficiëntie en lagere fosfaatgehalte in (ruw)voer is zeker ontwikkelruimte te behalen. Met de kringloopwijzer worden bedrijfssituaties in beeld gebracht en kan de veehouder, eventueel samen met zijn bedrijfsadviseur, sturen op ontwikkelruimte en resultaatverbetering.
Effecten op bedrijfsontwikkeling
Fosfaatrechten worden verhandelbaar. De marktprijzen ervan zullen balanceren - afhankelijk van vraag en aanbod - zoals bij het melkquotum. Er is wel een belangrijk verschil: kon een veehouder voorheen volstaan met de aanschaf van melkquotum, nu stelt de mestwetgeving een pakket aan eisen dat kostenverhogend werkt. Zo is er de regionale mestverwerkingsplicht, de extra mestverwerkingsplicht boven de melkveefosfaatreferentie 2013 en wordt de AMvB grondgebondenheid per 2016 ingevoerd. Naarmate die kosten toenemen zal het de prijs van fosfaatrechten drukken. De mestmarkt, grondmarkt en fosfaatrechten zullen een nieuwe balans zoeken. Ondernemen in de veehouderij krijgt daarmee een extra dimensie.
Wilt u tijdig anticiperen? Maak dan een strijdplan.
Zonder plan is er geen overwinning. Wilt u meer weten over fosfaatrechten of wilt u een financiële onderbouwing van uw toekomstplannen met het nieuwe mestbeleid? De adviseurs van AR Bedrijfsontwikkeling zijn u graag van dienst. Neem vrijblijvend contact op via 0317-499599 of via info@ar-bedrijfsontwikkeling.nl.