Organische bemesting in het najaar

Het is een goede optie om voor het invallen van de winter een toepassing uit te voeren met een organische meststof.

Overgebleven stikstof- en fosfaatruimte kun je hierbij nog benutten voor het einde van het jaar. Veelal gaat het om compost of champost en in een enkel geval om vaste dierlijke mest. Je kunt hiervoor eventueel het bemestingsplan gebruiken dat voor klanten op de CAF-website staat onder het kopje Advies en dan Mestwetgeving.

Bereken het plan met de tot op heden werkelijk toegepaste meststoffen om te bepalen hoeveel ruimte je nog hebt. Bereken vervolgens hoeveel mest je van de gewenste variant kunt aanvoeren. Hiervoor kun je het Excel bemestingsplan gebruiken. Op de CAF-bemestingspagina lees je waar je rekening mee moet houden.

Compost of champost wordt in de meeste gevallen toegepast om het organische stofgehalte in de bodem te verhogen. Daarnaast wordt met beide vormen met een breed pallet van nutriënten bemest, naast stikstof en fosfaat zijn het ook flinke hoeveelheden kalium en calcium. De keuze voor compost of champost hangt vaak af van het kostenplaatje. Op veel percelen past champost technisch echter niet of heel beperkt. Champost bevat behoorlijk veel neutraliserende waarden in de vorm van onder andere kalk. Om deze reden is het niet raadzaam om champost toe te passen op percelen met een pH ruim boven de 7. Bij een pH boven de 7 zijn sporenelementen als ijzer, mangaan en zink steeds slechter beschikbaar voor het gewas. Op dergelijke percelen is het advies om te kiezen voor een relatief bescheiden toepassing met compost van ongeveer 15-20 ton per hectare.

Zowel champost als compost is voor de winter prima toepasbaar, want de vertering van deze meststoffen verloopt traag zeker naarmate de bodemtemperatuur daalt. Bij een toepassing van compost kort voor de bloei kan het zelfs nadelig zijn, aangezien compost in eerste instantie stikstof verbruikt voor de vertering.

Gedurende het najaar en in de winter mag er vaste dierlijke mest toegepast worden in de boomgaard, met uitzondering van zand en lössgrond waar het alleen bij het inplanten is toegestaan gedurende de winter. Soms willen telers de overgebleven fosfaatruimte nog voor eind december benutten met dierlijke mest. Het is echter raadzaam om deze keuze ook te baseren op de gewenste mestvorm. Bij het gebruik van strorijke vaste mest is deze in de loop van de winter prima toepasbaar, zodat de nutriënten in het voorjaar wat sneller beschikbaar komen. Bij het gebruik van dikke fractie na mestscheiding of gekorrelde mest is het beter om de toepassing pas richting het einde van de winter uit te voeren. Deze mest verteert vrij snel en geeft bij eerder toepassen gedurende de winter een verhoogde kans op nutriëntenuitspoeling.