Aardappelbewaring

We zien op dit moment dat aangetaste percelen met phytophthora soms ook phytophthora hebben in de knol. Naast phytophthora zijn er nog meer ziekteverwekkers die kunnen zorgen voor rotte knollen. Het is belangrijk om te achterhalen welke schimmel het is omdat dit gevolgen heeft voor de bewaring. We hebben de meest voorkomende rotsoorten op een rij gezet.

  • Phytophthora: in het begin blauwachtige door de schil schemerende vlekjes. Uiteindelijk verkleurt het aangetaste weefsel van de knol roestbruin. Typisch zijn ook de normaal gekleurde plekjes ertussen en de eilandjes van afgestorven cellen in het vruchtvlees. Belangrijk om te weten, phytopthora ontwikkelt zich tijdens de bewaring en kan zich verspreiden van geïnfecteerde naar gezonde knollen wanneer niet goed wordt gedroogd. Goed drogen is daarom belangrijk.
  • Roodrot: het ras Fontane is hier gevoelig voor. De aangetaste knollen zie je vaak op bodems met een slechte structuur en waterplekken zoals de kopakker. De knollen zijn rubberachtig en lekken. Bij roodrot is sprake van een onderhuidse donkerverkleuring. De knol moet je opensnijden om te zien wat er aan de hand is: in eerste instantie ziet die er geel uit, maar na een paar minuten kleurt die rood en later zelfs zwart. Roodrot verspreidt zich makkelijk, ook in de bewaring. Daarom is het belangrijk om deze knollen niet in te schuren en afland zien kwijt te raken of zeer goed te drogen.
  • Waterrot (pythium): de rassen Agria, Fontane en Challenger zijn hier gevoelig voor. In het begin vertoont de knol bruine vlekken onder verwondingen die zich uitbreiden in de diepte. De aantasting breidt het sterkst uit in het merg en het aangetaste weefsel wordt zwart wanneer het wordt blootgesteld aan lucht. Phythium is altijd aanwezig in de grond, maar zolang de aardappel intact is en de lenticellen niet te veel openstaan, kun je de schimmel uit de knol houden.

 

Tips voor het aardappelrooien

  • Kijk goed of het onderwatergewicht bereikt is om het doodspuit- en rooimoment te bepalen.
  • Sla natte plekken over wanneer er veel waterrot zit.
  • Bij twijfelachtige percelen: deze gedeeltes voor in de schuur doen. Begin met de beste percelen zodat de slechte percelen voor in de schuur liggen en als eerste weg gaan.
  • Beperk het ontstaan van scheurtjes en beschadigingen aan de knollen.
  • Beperk valhoogten tot 30 cm.
  • Verwijder aangetaste knollen.

 

Lees meer over aardappelbewaring.