Op dit moment hebben de meeste bedrijven in beeld hoeveel fosfaat er ingedekt moet worden door mestverwerking. Waar we in de praktijk nog tegenaan lopen is de onjuiste interpretatie van de vrijstellingsregel. Zie onderstaande opsomming. In sommige gevallen is het mogelijk om de gebruikscode op het Vervoersbewijs Dierlijke Mest (VDM) nog aan te passen via het RVO-loket. Let op, pluimveehouders die het hele jaar geen mest hebben afgevoerd moeten ook een vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) afsluiten. Dit kan met een collega-pluimveehouder. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze mestspecialist Ko van Schaik, 06-55851253.
- Bij rechtstreekse afvoer van een vracht dierlijke mest van uw bedrijf naar een verwerker of directe export moet u code 61 ingevuld hebben op het Vervoersbewijs Dierlijke Mest (VDM). Wanneer op het VDM een andere code staat, telt deze vracht niet mee voor mestverwerking.
- Mest die binnen 20 km van de bedrijfslocatie is afgezet, moet code 71 meegekregen hebben op het VDM. Wanneer 75% van de mestproductie op het eigen bedrijf is aangewend moet de overige 25% volledig binnen 20 km afgezet worden. Het is niet mogelijk om bijvoorbeeld 20% in de regio af te zetten en de laatste 5% als extra eindvoorraad op te voeren. Bij regionale mestafzet is het verder van belang dat er een Regionale Mestafzet Overeenkomst (RMO) is ondertekend door beide partijen. Uw voerspecialist beschikt over blanco RMO’s.
- Mest van paarden, die naar een champignonsubstraatbereider is vervoerd, moet code 72 hebben op het VDM